Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zij antwoordden Hem: Wij zijn Abrahams zaad, en hebben [51]nooit iemand gediend; hoe zegt Gij [dan]: Gij zult vrij worden? 51. Hetgeen Christus gesproken had van geestelijke vrijheid en dienstbaarheid verstaan zij van uiterlijke of lichamelijke; van welke zij nochtans niet veel konden roemen, alzo hunne voorouders in Egypte gediend hadden, Gen.15:12, en Ex.20;2; en zij zelf alsnog den Romeinen onderworpen waren.